COELO
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden

Nieuws 2022

2022

  • Gemeentelijke samenwerking groeit niet meer 11-11-2022

    Het aandeel van de gemeentelijke uitgaven dat via samenwerking verloopt is voor de gemiddelde gemeente in de afgelopen 15 jaar bijna verdrievoudigd van 8 naar 22 procent. Deze groei is geconcentreerd in de periode voor 2015 en komt vooral door decentralisaties in het sociale domein. In 2020 is het sociale domein goed voor 56 procent van alle uitgaven via gemeentelijke samenwerking. In 2005 was dat nog 35 procent.

    Sinds 2015 is de groei eruit, maar nieuwe decentralisaties kunnen de samenwerking op andere terreinen de komende jaren weer versterken. Van gemeenten wordt verwacht dat zij gaan bijdragen aan het bereiken van landelijke overheidsdoelen op terreinen als klimaatadaptatie, energietransitie, digitale transformatie, woningbouw enzovoort. Het valt te verwachten dat gemeenten ook hierbij de samenwerking zullen zoeken.

    Lees het artikel in ESB.
    11 november 2022

  • Gemeenten ontvangen 47 miljard euro via 175 verschillende rijksuitkeringen 09-11-2022

    Gemeenten ontvangen van het rijk 47 miljard euro via 175 verschillende uitkeringen. Bijna 13 miljard euro komt binnen via specifieke uitkeringen (geoormerkt voor bepaalde uitgaven) en 37 miljard euro via het gemeentefondsGemeentefonds Set van rijksuitkeringen aan gemeenten. Gemeenten bepalen zelf waarvoor zij het geld gebruiken. (vrij besteedbaar). De algemene uitkeringAlgemene uitkering De belangrijkste uitkering uit het gemeentefonds of het provinciefonds. Het geld is vrij besteedbaar. De verdeling houdt rekening met kostenverschillen en verschillen in inkomsten bij gemeenten of provincies. is met 29 miljard euro de grootste gemeentefondsuitkering. Het totaalbedrag aan uitkeringen is het hoogst voor Rotterdam (7.778 euro per inwoner) en het laagst voor Bloemendaal (1.179 euro per inwoner).

    Naast de algemene uitkering worden via het gemeentefonds nog 55 kleinere uitkeringen verstrekt, soms maar aan één enkele gemeente. Het aantal specifieke uitkeringen is in twee jaar tijd sterk gestegen, van 29 in 2019 naar 119 in 2021. Dit valt deels te verklaren door een verschuiving van decentralisatieDecentralisatie Het overdragen van taken aan decentrale overheden (provincies, gemeenten of waterschappen).-uitkeringen, die onder het gemeentefonds vallen, naar specifieke uitkeringen. Het aantal decentralisatie-uitkeringen is in dezelfde periode gedaald van 93 (2019) naar 46 (2021).

    Dat blijkt uit de Atlas Rijksuitkeringen aan gemeenten 2021 die vandaag verschenen is.

    Bekijk hier de kaarten met de hoogte van de uitkeringen per gemeente.
    9 november 2022

  • Verschil kosten bouwvergunning beperkt 30-08-2022

    Wie wil bouwen of verbouwen heeft vaak een vergunning nodig van de gemeente. Hiervoor betaalt de aanvrager leges. De tarieven verschillen per gemeente. In de ene gemeente betaal je daardoor voor hetzelfde project een hoger bedrag dan in de andere gemeente. In de media worden vaak de goedkoopste en duurste gemeenten vergeleken. Dat geeft een vertekend beeld. In dit artikel dat recent verscheen bij ESB blijkt dat de tarieven in de meeste gemeenten veel dichter bij elkaar liggen dan vaak wordt gedacht. In de Atlas van de lokale lasten die ieder jaar in het voorjaar verschijnt geven wij weer hoe hoog de kosten zijn van verschillende voorbeeld projecten.

    U vindt de betreffende informatie hier.
    30 augustus 2022

  • Symposium over gemeentelijke schaal 29-08-2022

    Op 29 september 2022 is COELO-directeur Maarten Allers een van de sprekers op een symposium over schaalvergroting bij gemeenten, en in het bijzonder over de wenselijkheid en de gevolgen daarvan. Wat is beter: herindeling of samenwerking? Neemt gemeentelijke samenwerking nog steeds toe, en zo ja, waar zit de groei? Waarom daalt de verkiezingsopkomst na herindeling en wat is daar aan te doen? Dit zijn maar enkele vragen die hier aan de orde kunnen komen.

    Den Haag, 29 september 2022, 16:00-18:00 uur. Deelname is gratis, aanmelden kan hier.
    29 augustus 2022

  • Sombere prognoses gemeentefinanciën 01-07-2022

    In het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV uit december 2021 zijn politieke keuzes gemaakt die de bestedingsruimte van gemeenten inperken. Opvallend is vooral dat de zogeheten opschalingskorting vanaf 2026 weer zal oplopen en dat de sinds 1994 bestaande praktijk om de groei van het gemeentefondsGemeentefonds Set van rijksuitkeringen aan gemeenten. Gemeenten bepalen zelf waarvoor zij het geld gebruiken. (“accres”) te koppelen aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven slechts wordt voortgezet tot en met 2025. Voor latere jaren wordt het accres bevroren.

    Wat dit voor gemeenten precies gaat betekenen is onduidelijk. In opdracht van de VNG heeft COELO prognoses gemaakt voor de bestedingsruimte van gemeenten voor de jaren 2022-2028. Hiervoor worden de verwachte inkomsten vergeleken met de verwachte uitgaven bij ongewijzigd gemeentelijk beleid. De prognoses zijn gemaakt voor twee scenario’s: met vastgezet accres na 2025 (coalitieakkoord) en met een groeiend accres (bestaande systematiek). Het saldo van netto uitgaven en algemene middelen geeft aan in hoeverre gemeenten bij ongewijzigd beleid kunnen rondkomen.

    In het scenario met vastgezet accres is het saldo van netto uitgaven en algemene middelen vanaf 2026 negatief, oplopend tot -6,2 miljard in 2028 (zie figuur). In het scenario waarin de bestaande accressystematiek ook na 2025 wordt voortgezet (en waarin de rijksuitgaven lineair doorgroeien) blijft dit saldo positief (1 miljard in 2028). Verschillende factoren en ontwikkelingen die relevant zijn voor de financiële ruimte van gemeenten konden in dit onderzoek niet worden meegenomen. Gegeven die beperkingen zou het saldo van algemene middelen en netto uitgaven bij bestaand gemeentelijk beleid structureel een aanzienlijk overschot moeten kennen om gemeenten in staat te stellen te doen wat er van ze wordt verwacht. Daarvan is geen
    sprake.

    Download hier het rapport Financiële ruimte gemeenten 2022-2028.
    1 juli 2022

  • Atlas van de lokale lasten 2022 05-04-2022

    In 2022 betalen huishoudens meer aan gemeente, provincie en waterschapWaterschap Waterschappen vormen een aparte overheidslaag en zijn verantwoordelijk voor het watersysteem, de waterzuivering en in enkele gevallen voor het onderhoud van wegen. dan in 2021. Een huishouden met een eigen woning betaalt dit jaar gemiddeld 1.486 euro, 2,9 procent meer dan vorig jaar. Huurders zijn in 2022 gemiddeld 893 euro kwijt aan lokale lasten, 1,9 procent meer dan vorig jaar. Dit blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten die het Centrum voor Onderzoek van de Lagere Overheden (COELO) vandaag presenteert.

    De Atlas laat de ontwikkeling zien van gemeentelijke, provinciale en waterschapsbelastingen en is dit jaar voor het eerst geheel interactief online in te zien. Op de website staat ook een de Lokale lasten calculator waarmee iedereen heel eenvoudig de lasten in een bepaalde gemeente kan laten uitrekenen en vergelijken met die in een andere gemeente. Een pdf van het hele boek vindt u hier. Het persbericht kunt u hier zien.

    Voor vragen kunt u contact opnemen met Corine Hoeben, 050-3633766 of mailen naar coelo@rug.nl .
    5 april 2022

  • Advies uitkeringsstelsel naar Kamer 30-03-2022

    Een belangrijk onderdeel van de financiële verhoudingen wordt gevormd door de uitkeringen waarmee decentrale overhedenDecentrale overheden Decentrale overheden vormen de overheidslagen naast de centrale overheid. In Nederland kennen we naast de rijksoverheid gemeenten, provincies en waterschappen. vanuit het Rijk worden bekostigd. Al langer leeft de behoefte om dit uitkeringsstelsel beter aan te laten sluiten bij de gewijzigde bestuurlijke verhoudingen.

    In 2018 meldde de minister van BZK aan de Tweede Kamer dat er problemen waren met de decentralisatie-uitkeringDecentralisatie-uitkering Uitkering uit het gemeentefonds of het provinciefonds. Verdeling kan (nog) niet via een algemene uitkering. Het geld is vrij besteedbaar. die zou werken als een semi-specifieke uitkeringSpecifieke uitkering Uitkering van de rijksoverheid aan gemeenten of provincies. Het geld is voor een specifiek doel bestemd., met de druk die sommige convenanten zetten op de beleidsvrijheid van medeoverheden en met de verrommeling van het stelsel door de veelheid aan (weinig onderscheidende) uitkeringstypen. Daarbij kwam dat de Algemene Rekenkamer in 2019 en 2020 decentralisatieDecentralisatie Het overdragen van taken aan decentrale overheden (provincies, gemeenten of waterschappen).-uitkeringen uit het gemeentefondsGemeentefonds Set van rijksuitkeringen aan gemeenten. Gemeenten bepalen zelf waarvoor zij het geld gebruiken. en het provinciefondsProvinciefonds Set van rijksuitkeringen aan provincies. Provincies bepalen zelf waarvoor zij het geld gebruiken. als onrechtmatig bestempelde omdat er bestuurlijke afspraken aan waren verbonden, iets dat wettelijk niet mag.

    Ook leek er behoefte te bestaan aan een nieuw te ontwikkelen uitkeringsvorm waarbij geen sprake is van verticale financiële verantwoording en waarbij meer beleidsvrijheid wordt gelaten aan decentrale overheden, bedoeld voor situaties waarin Rijk en decentrale overheden afspraken willen maken over het realiseren van een gezamenlijke opgave.

    In opdracht van het ministerie van BZK en dat van Financiën heeft COELO, samen met onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen, de Vrije Universiteit en de Universiteit Maastricht, een adviesrapport geschreven over het uitkeringsstelsel.

    De centrale vraag luidt:

    Hoe moet de instrumentenkoffer (‘financiële instrumenten’) om middelen over te dragen aan decentrale overheden (naast de algemene uitkeringAlgemene uitkering De belangrijkste uitkering uit het gemeentefonds of het provinciefonds. Het geld is vrij besteedbaar. De verdeling houdt rekening met kostenverschillen en verschillen in inkomsten bij gemeenten of provincies.) eruitzien?

    Daarbij gaat het vooral om de volgende aspecten:

    • De mate waarin bestaande instrumenten (beter) gebruikt zouden kunnen worden;
    • De mate waarin aanvullende instrumenten nodig zijn;
    • Indien aanvullende instrumenten nodig zijn, hoe die vormgegeven zouden moeten worden.

    Dit advies is nu aangeboden aan de Tweede Kamer. De onderzoekers komen met 12 concrete aanbevelingen. In de begeleidende brief schrijft de minister: “Het rapport is richtinggevend voor de verdere uitwerking van de gewenste en benodigde aanpassingen in het uitkeringsstelsel.”

    Het volledige rapport vindt u hier en op de website van de Tweede Kamer.
    30 maart 2022

  • Rechts stemmen of juist links: lokale lasten veranderen niet 10-03-2022

    Half maart mogen we weer naar de stembus. Maar heeft onze lokale stem ook invloed op het gemeentelijke belastingbeleid? Politieke verschuivingen bij gemeenteraadsverkiezingen blijken geen enkele invloed te hebben op de hoogte of de verdeling van de lokale lasten, blijkt uit onderzoek van Maarten Allers en Harm Rienks.

    Vaak wordt gedacht dat linkse partijen kiezen voor hogere belastingen en uitgebreidere voorzieningen voor inwoners. Rechtse partijen zouden daarentegen juist kiezen voor lagere belastingen en een kleine overheid. Allers en Rienks zetten vraagtekens bij deze aannames. Ze bestudeerden de periode 1998 – 2021, waarin 6 keer gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden. In die periode zijn de samenstellingen van de raad en het college regelmatig veranderd. Deze samenstellingsveranderingen zou je – op basis van de aannames over de voorkeuren van linkse en rechtse partijen – terug moeten zien in de lokale lasten.

    De politieke samenstelling van gemeenteraden of colleges bleek echter geen enkel effect te hebben op de hoogte van de gemeentelijke belastingen. Ook de manier waarop de lasten worden verdeeld tussen bijvoorbeeld huurders en eigenwoningbezitters wordt er niet door beïnvloed. Welke samenstellingsveranderingen er ook plaatsvinden – groei voor de VVD, groei voor de SP, groei voor de rechtse partijen als geheel of groei voor de linkse partijen als geheel – het belastingbeleid wordt niet bijgestuurd.

    Dit roept vragen op over de lokale democratie. Een van de fundamentele politieke keuzes waarover burgers zich tijdens gemeenteraadsverkiezingen kunnen uitspreken is de hoogte van de overheidsuitgaven en de bijbehorende lasten voor de burger. Als onze stem daar geen invloed op heeft, hebben kiezers op andere terreinen dan wél invloed? Gemeenten zijn medeverantwoordelijk voor essentiële beleidsopgaven, zoals de energietransitie en de woningbouw. Die opgaven stellen hoge eisen aan de lokale democratie.

    Het volledige onderzoeksrapport is hier te vinden. Een samenvatting is verschenen in ESB.
    10 maart 2022

  • Gemeentelijke woonlasten deze raadsperiode jaarlijks meer dan 4 procent gestegen 09-03-2022

    De gemeentelijke woonlastenGemeentelijke woonlasten De ozb, afvalstoffenheffing en rioolheffing vormen samen, na aftrek van een eventuele heffingskorting, de gemeentelijke woonlasten. zijn sinds de laatste gemeenteraadsverkiezingen meer dan 4 procent per jaar gestegen. De ozbozb De ozb staat voor onroerendezaakbelastingen. Er zijn drie tarieven: één op het bezit van een woning, één op het bezit van een ander soort pand (niet-woningen) en één op het gebruik van een niet-woning. De belasting bedraagt een percentage van de waarde van de woning of niet-woning (de woz-waarde). steeg gemiddeld 3,7 procent per jaar, de afvalstoffenheffingAfvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing (of reinigingsheffing) is een gemeentelijke bestemmingsheffing waarvan de opbrengst wordt gebruikt om de vuilnisinzameling en -verwerking te bekostigen. Huishoudens betalen in veel gevallen een vast bedrag per jaar. In steeds meer gemeenten betalen huishoudens echter een hoger bedrag naarmate ze meer afval produceren. 6,2 procent en de rioolheffingRioolheffing De rioolheffing is een gemeentelijke bestemmingsheffing waarvan de opbrengst wordt gebruikt om werkzaamheden in het gemeentelijke waterbeheer te bekostigen. De grootste watertaak voor gemeenten is het rioolbeheer. De rioolheffing kan van de eigenaar en/of van de gebruiker van een pand worden geheven. In de meeste gevallen is de rioolheffing een vast bedrag. In sommige gevallen is de rioolheffing afhankelijk van de waarde van de woning of van het waterverbruik. 1,8 procent. Dit blijkt uit het rapport Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten 2018-2022 dat vandaag verschijnt. Het rapport laat zien hoe de gemeentelijke woonlasten in de afgelopen raadsperiode en in het afgelopen jaar zijn veranderd. U vindt het persbericht hier. Het rapport vindt u hier.

    Voor vragen kunt u contact opnemen met Corine Hoeben 050-3633766
    9 maart 2022

  • Minicollege Lokaal bestuur in perspectief 08-03-2022

    Straffen kiezers partijen af als hun politici betrokken zijn bij wangedrag? Of bestaat er niet zoiets als slechte publiciteit? Dit minicollege in de reeks Lokaal bestuur in perspectief geeft de antwoorden.
    8 maart 2022

  • Woonlasten stijgen 2,9 procent voor huishouden in koopwoning, 1,5 procent voor huurders 14-01-2022

    De gemeentelijke woonlastenGemeentelijke woonlasten De ozb, afvalstoffenheffing en rioolheffing vormen samen, na aftrek van een eventuele heffingskorting, de gemeentelijke woonlasten. in de grootste gemeenten stijgen dit jaar 2,9 procent voor huishoudens in een koopwoning. De ozbozb De ozb staat voor onroerendezaakbelastingen. Er zijn drie tarieven: één op het bezit van een woning, één op het bezit van een ander soort pand (niet-woningen) en één op het gebruik van een niet-woning. De belasting bedraagt een percentage van de waarde van de woning of niet-woning (de woz-waarde). stijgt met 3,5 procent het sterkst, gevolgd door de rioolheffingRioolheffing De rioolheffing is een gemeentelijke bestemmingsheffing waarvan de opbrengst wordt gebruikt om werkzaamheden in het gemeentelijke waterbeheer te bekostigen. De grootste watertaak voor gemeenten is het rioolbeheer. De rioolheffing kan van de eigenaar en/of van de gebruiker van een pand worden geheven. In de meeste gevallen is de rioolheffing een vast bedrag. In sommige gevallen is de rioolheffing afhankelijk van de waarde van de woning of van het waterverbruik. (3,2 procent). Voor huurders stijgen de gemeentelijke woonlasten 1,5 procent. Dit blijkt uit het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten 2022 van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen.
    COELO onderzocht voor dit onderzoek de tarieven van 40 grote gemeenten, waar 42 procent van de Nederlandse bevolking woont.

    Het volledige rapport, met cijfers over alle afzonderlijke grote gemeenten, vindt u hier en het persbericht vindt u hier.

    Voor vragen kunt u bellen met Corine Hoeben 050-3633766
    14 januari 2022

Scroll naar boven