Het aantal gemeenten daalt al jaren. Als je in een grafiek het aantal gemeenten per jaar weergeeft dat zie je een duidelijke dalende lijn. Als je die lijn doortrekt dan blijkt dat er in 2051 bij ongewijzigd beleid nog maar één gemeente over is. Op dat moment kunnen alle taken, dus ook bijvoorbeeld defensie, worden overgedragen aan de gemeente. Alles is dan gedecentraliseerd maar tegelijkertijd ook gecentraliseerd. Willen we dit? Waar willen we over 33 jaar zijn?
Daarvoor moeten we bedenken wat we willen dat gemeenten doen. We willen nu eigenlijk twee dingen, namelijk dat gemeenten laagdrempelig zijn en dat ze doelmatig taken uitvoeren die voor een groot deel hun eigen grondgebied overstijgen.
Maar moeten die twee taken wel bij één bestuurslaag worden neergelegd? Waarom gaan we niet met twee niveaus werken? Het eerste niveau zijn driehonderd tot vierhonderd gemeenten, het tweede niveau zijn twintig tot dertig regio’s. We verdelen de taken tussen de bestuurslagen. Regio’s kunnen de provinciale taken erbij nemen. Regio’s kunnen soms het grondgebied van bestaande provincies beslaan (Groningen, Zeeland, …); deels zullen provincies moeten worden opgesplitst (Noord-Brabant).
Kan dit wel? Structuurdiscussies mislukken altijd en ook een eventuele grondwetswijziging is lastig. Dus blijven we maar wat door ploeteren en laten we ontwikkelingen op hun beloop. We kiezen nu dus niet. Maar: niet kiezen is ook kiezen, maar zonder democratische afweging. Het is hoog tijd om wel een visie te ontwikkelen op de toekomst van de gemeenten.
Lees hier de column en het betoog dat Maarten Allers over dit onderwerp schreef.
Rien Fraanje, secretaris ROB geeft in zijn reflectie aan dat hij in het verleden bij onderzoek rondom fusies en samenwerking betrokken is geweest. De vraag was daar of je gemeenten op kunt schalen zonder dat er een democratisch deficit ontstaat. De oplossing die hier werd gevonden was om een ambtelijke fusie tot stand te brengen, maar gemeenten bestuurlijk gescheiden te houden. Dit heeft als voordeel dat de gemeenten een klein bestuur houden dat aanspreekbaar is. We zijn nu een aantal jaar verder en gemeenten die voor een ambtelijke fusie kozen zijn in een flink aantal gevallen toch volledig gefuseerd. Andere ambtelijke fusies worden teruggedraaid.
Het is verbazingwekkend hoe de discussie over de taken die gemeenten moeten uitvoeren wordt gevoerd. Provincies worden vaak volledig genegeerd, terwijl die wel degelijk een rol kunnen spelen. Je kunt gaan naar een model waarin sprake is van differentiatie. Een voorkeur gaat daarbij uit naar een model waar gemeenten kiezen welke taken ze al dan niet uitvoeren. Taken die zij niet doen komen dan bij een regio of provincie te liggen.
Ed Mol, gemeente Bladel. In de regio waar gemeente Bladel deel van uitmaakt is een discussie gaande over een fusie. Bladel vond dit een stap te ver gaan en stelde voor om een federatie op te zetten waarbij vier gemeenten zou blijven en een overkoepelend samenwerkingsverband voor bovenlokale taken. De bestuurders van beide lagen zouden democratisch worden gekozen. Op deze wijze zou een toekomstbestendig bestuur ontstaan. Gemeente Bladel en provincie Noord-Brabant wilden wel met het plan verder, maar het was onduidelijk of dit wettelijk wel zou mogen.
Dat is erg jammer. Een voordeel van dit model is namelijk niet alleen dat dit het democratisch deficit verminderd. Het maakt het voor veel raadsleden ook weer aantrekkelijk om zitting te nemen in een gemeenteraad. Veel willen het raadswerk doen omdat ze iets voor hun omgeving willen doen en niet zo zeer omdat ze zich bezig willen houden met grotere thema’s als jeugdzorg. In een federatie had dit gekund.