Gemeentelijke herindeling leidt niet tot minder samenwerking

Gemeenten die willen opschalen kunnen, om bepaalde taken uit te voeren, met andere gemeenten gaan samenwerken. Toch is er veel kritiek op gemeentelijke samenwerking, vooral wegens de beperkte democratische sturing. Herindeling wordt vaak gepresenteerd als alternatief voor samenwerking, onder meer in het regeerakkoord van het huidige kabinet. Maar dat blijkt niet te kloppen. Gemeenten die herindelen werken enkele jaren na herindeling gemiddeld niet minder samen dan enkele jaren voor herindeling. Dat blijkt uit onderzoek van Maarten Allers, dat vandaag verschijnt in ESB.

Doordat er ieder jaar weer fusies plaatsvinden worden gemeenten steeds groter en verandert hun karakter. Ze komen op grotere afstand van hun inwoners te staan en maken op termijn de provincies overbodig. Deze trend is echter niet onontkoombaar, schrijft Allers. “Als alternatief zouden we er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om gemeenten niet verder op te schalen, en om democratisch bestuurde regio’s in te richten voor taken met een bovengemeentelijk bereik. Gemeenten blijven doen wat lokaal kan, zoals veel van de traditioneel gemeentelijke taken, en vormen een verbindend element in de samenleving. Zo kunnen de voordelen van een kleine schaal gecombineerd worden met die van een grote.”

Lees hier het artikel in ESB.

4 januari 2019