COELO
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden

Nieuws

Nieuws2024

  • Huishoudens betalen gemiddeld 8 procent meer aan gemeente, provincie en waterschap 25-03-2024

    Een huishouden met een eigen woning betaalt dit jaar gemiddeld 1.670 euro, 7,6 procent meer dan vorig jaar. Daarvan gaat 994 euro naar de gemeente, 201 euro naar de provincie en 475 euro naar het waterschapWaterschap Waterschappen vormen een aparte overheidslaag en zijn verantwoordelijk voor het watersysteem, de waterzuivering en in enkele gevallen voor het onderhoud van wegen.. De lasten variëren van 1.300 euro in Tilburg tot 2.766 euro in Bloemendaal. Dit blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten die COELO vandaag presenteert.

    Huurders betalen gemiddeld 999 euro: 457 euro aan de gemeente, 201 euro aan de provincie en 340 euro aan het waterschap. Nijmegen is voor hen het goedkoopst (597 euro) en West Betuwe het duurst (1.350 euro). De woonlasten voor huurders zijn lager dan voor eigenaar-bewoners omdat zij geen onroerendezaakbelastingozb De ozb staat voor onroerendezaakbelastingen. Er zijn drie tarieven: één op het bezit van een woning, één op het bezit van een ander soort pand (niet-woningen) en één op het gebruik van een niet-woning. De belasting bedraagt een percentage van de waarde van de woning of niet-woning (de woz-waarde). betalen aan de gemeente en geen heffing gebouwdHeffing gebouwd Eigenaren van gebouwen betalen de heffing gebouwd aan het waterschap. Dit zijn naast woningbezitters ook eigenaren van bijvoorbeeld bedrijfspanden. Het tarief is, net als de ozb van gemeenten, een percentage van de woz-waarde. aan het waterschap. In een deel van de gemeenten betalen zij ook geen rioolheffingRioolheffing De rioolheffing is een gemeentelijke bestemmingsheffing waarvan de opbrengst wordt gebruikt om werkzaamheden in het gemeentelijke waterbeheer te bekostigen. De grootste watertaak voor gemeenten is het rioolbeheer. De rioolheffing kan van de eigenaar en/of van de gebruiker van een pand worden geheven. In de meeste gevallen is de rioolheffing een vast bedrag. In sommige gevallen is de rioolheffing afhankelijk van de waarde van de woning of van het waterverbruik..

    De Atlas laat de ontwikkeling zien van gemeentelijke, provinciale en waterschapsbelastingen en is geheel interactief online in te zien. Een pdf van de atlas vindt u hier. Het persbericht kunt u hier zien.

    Voor vragen kunt u contact opnemen met Corine Hoeben, 050-3633766 of mailen naar coelo@rug.nl

    25 maart 2024

  • Keuzes in het kwijtscheldingsbeleid door gemeenten 21-02-2024

    Gemeenten kunnen kwijtscheldingKwijtschelding Voor sommige gemeentelijke en waterschapsbelastingen kan kwijtschelding worden aangevraagd. Dit houdt in dat een deel of de gehele heffing kan worden kwijtgescholden wanneer het inkomen en het vermogen onder bepaalde grenzen liggen. Gemeenten en waterschappen kunnen zelf bepalen welke belastingen en heffingen onder het kwijtscheldingsbeleid vallen. verlenen voor de gemeentelijke belastingen als het inkomen en vermogen van een huishouden laag genoeg zijn. Het rijk heeft de regels vastgesteld. Gemeenten hebben binnen deze regels enkele keuzemogelijkheden.

    Begin 2022 heeft COELO onderzocht welke keuzen gemeente maken in het kwijtscheldingsbeleid. In het rapport wordt onder meer onderzocht welke gemeenten gebruik maken van de verruimingsopties die het Rijk begin 2022 bood. Ook wordt nagegaan welke mogelijkheden gemeenten hebben om toegang tot kwijtschelding te vergemakkelijken en welke gemeenten hier gebruik van maken. U vindt het rapport hier.

    21 februari 2024

  • Onderzoek paragraaf lokale heffingen in jaarrekeningen 2021 30-01-2024

    Gemeenten moeten zowel in de begroting als in de jaarrekening verplicht de paragraaf lokale heffingenHeffing Belasting of bestemmingsheffing. opnemen. Hierin geeft de gemeente inzicht in de ontwikkeling van de gemeentelijke belastingen en heffingen. De paragraaf moet de volgende onderdelen bevatten:

    1. de geraamde inkomsten;
    2. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
    3. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;
    4. een aanduiding van de lokale lastendruk;
    5. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

    Hoe en wat er precies bij ieder onderdeel wordt weergegeven, wordt grotendeels overgelaten aan de gemeenten.

    COELO heeft geïnventariseerd welke invulling gemeenten geven aan de paragraaf lokale heffingen in de jaarrekeningen van 2021. Het onderzoek laat zien dat verplichte onderdelen of informatie niet altijd worden opgenomen. Tegelijk geldt dat gemeenten wel andere, niet verplichte gegevens opnemen die ook van belang zijn om de ontwikkeling van de gemeentelijke belastingen en heffingen te kunnen duiden. Het rapport geeft ook inzicht in best practices: voorbeelden hoe gemeenten op heldere, inzichtelijke wijze informatie over de gemeentelijke belastingen weergeven.

    U vindt het rapport hier.
    Eerder verscheen een onderzoek naar de paragraaf lokale heffingen in de gemeentelijke begrotingen van 2021.

    30 januari 2024

  • Verdelingsvoorstel provinciefonds ontraden 29-01-2024

    In opdracht van de beheerders van het provinciefondsProvinciefonds Set van rijksuitkeringen aan provincies. Provincies bepalen zelf waarvoor zij het geld gebruiken. hebben Cebeon en Lysias een rapport gemaakt met een voorstel voor een nieuwe verdeling van het provinciefonds. De provincie Flevoland heeft COELO om een second opinion over dit voorstel gevraagd. Het verdeelvoorstel is door COELO beoordeeld aan de hand van kaders opgesteld door Cebeon en Lysias zelf, en aan de hand van criteria die voortkomen uit wet- en regelgeving. De uitkomst hiervan is dat invoering van de voorgestelde verdeling niet kan worden geadviseerd. U vindt ons rapport hier.

    29 januari 2024

2023

  • Presentaties symposium online 11-10-2023

    Op 5 oktober 2023 vierde COELO zijn 30-jarige bestaan met een symposium in Den Haag met de titel ‘DisBalans: financiële middelen en lokale keuzes’. De presentaties staan nu op deze site.

    11 oktober 2023

  • COELO Symposium ‘DisBalans’ op 5 oktober 2023 – programma bekend 28-09-2023

    Zoals eerder aangekondigd viert COELO op 5 oktober 2023 haar dertigjarig bestaan met een symposium. Het thema van het symposium is ‘DisBalans: financiële middelen en lokale keuzes’. Het symposium zal plaatsvinden in het gebouw van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in Den Haag, van 13:30 tot 17:00 uur met aansluitend een borrel.

    Inmiddels is het voorlopige programma bekend. Het programma bevat korte presentaties van actueel wetenschappelijk onderzoek, gevolgd door discussies en interviews met politici, ambtenaren, academici en andere (ervarings)deskundigen. Meer details worden later bekendgemaakt.

    Er zijn nog enkele plaatsen. De toegang is gratis, maar het aantal beschikbare plaatsen is beperkt en aanmelden is verplicht.
    Aanmelden: mail naar COELOsymposium@rug.nl onder vermelding van naam, organisatie en functie.

    28 september 2023

  • Analyse van provinciale coalitieakkoorden 05-09-2023

    COELO werkte mee aan een analyse van de nieuwe provinciale coalitieakkoorden. Deze publicatie biedt bestuurders, beleidsmakers en andere geïnteresseerden een overzicht van de thema’s, afspraken en voorgestelde maatregelen uit de provinciale coalitieakkoorden. Hiermee kunnen provincies van elkaar leren over gekozen speerpunten en aanpakken.

    Het rapport vindt u hier.
    5 september 2023

  • COELO Symposium ‘DisBalans’ op 5 oktober 2023 – aanmelding geopend 31-08-2023

    Op 5 oktober 2023 viert COELO haar dertigjarig bestaan met een symposium. Het thema van het symposium is ‘DisBalans: financiële middelen en lokale keuzes’. Het symposium zal plaatsvinden in het gebouw van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in Den Haag, van 13:30 tot 17:00 uur met aansluitend een borrel.

    Een groot deel van het overheidsbeleid wordt gemaakt en uitgevoerd door gemeenten en provincies, die net als de rijksoverheid democratisch worden bestuurd. In theorie levert dit grote voordelen op. Voorwaarde is wel dat decentrale overhedenDecentrale overheden Decentrale overheden vormen de overheidslagen naast de centrale overheid. In Nederland kennen we naast de rijksoverheid gemeenten, provincies en waterschappen. hun beloften kunnen waarmaken. En daar schuurt het op verschillende vlakken.

    Zo zijn provincies en gemeenten financieel grotendeels afhankelijk van het Rijk, maar ontvangen zij vaak incidenteel geld, terwijl hun taken structureel zijn. Eigen belastingen kunnen worden ingezet om eigen keuzes te maken, maar in hoeverre gebeurt dat eigenlijk? Uit onderzoek blijkt dat gemeentelijke coalitieakkoorden vaak een belastingplafond bevatten, en dat veel kiezers niet stemmen om het gemeentelijk (belastingBelasting Een verplichte betaling aan een overheid waar geen directe (individuele) tegenprestatie tegenover staat.)beleid te veranderen. Verder is het nog maar de vraag of raadsleden voldoende informatie hebben om beredeneerde lokale keuzes te maken. Deze spanningen zijn het onderwerp van dit symposium.

    Het programma bevat korte presentaties van actueel wetenschappelijk onderzoek, gevolgd door discussies en interviews met politici, ambtenaren, academici en andere (ervarings)deskundigen. Meer details worden later bekendgemaakt.

    De toegang is gratis, maar het aantal beschikbare plaatsen is beperkt en aanmelden is verplicht.

    Aanmelden: mail naar COELOsymposium@rug.nl onder vermelding van naam, organisatie en functie.
    31 augustus 2023

  • Onderzoek paragraaf lokale heffingen in begrotingen 31-05-2023

    Gemeenten moeten in hun begroting verplicht de paragraaf lokale heffingenHeffing Belasting of bestemmingsheffing. opnemen. Hierin geeft de gemeente inzicht in de ontwikkeling van de gemeentelijke belastingen en heffingen. Gemeenten moeten in de paragraaf de volgende onderdelen opnemen:

    1. de geraamde inkomsten;
    2. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
    3. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;
    4. een aanduiding van de lokale lastendruk;
    5. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
    6. Hoe en wat er precies bij ieder onderdeel wordt weergegeven, wordt grotendeels overgelaten aan de gemeenten. Een deel van de informatie (bijvoorbeeld de kostendekkendheid van heffingen en retributies) moet wel verplicht worden opgenomen.

    COELO heeft geïnventariseerd welke invulling gemeenten geven aan de paragraaf lokale heffingen in 2021. Uit het onderzoek blijkt dat verplichte onderdelen of informatie niet altijd worden opgenomen. Tegelijk geldt dat gemeenten wel andere, niet verplichte gegevens opnemen die ook van belang zijn voor bijvoorbeeld raadsleden om de ontwikkeling van de gemeentelijke belastingen en heffingen te kunnen duiden. Het rapport geeft ook inzicht in best practices: voorbeelden hoe gemeenten op heldere, inzichtelijke wijze informatie over de gemeentelijke belastingen weergeven.

    U vindt het rapport hier.
    31 mei 2023

  • Samenwerking gemeenten verlaagt enkel en alleen de uitgaven voor belastinginning 23-05-2023

    Op 22 mei jl. promoveerde Tom de Greef op zijn onderzoek naar het effect van intergemeentelijke samenwerking op de uitgaven van gemeenten. Hij concludeert dat samenwerking de uitgaven van gemeenten niet verlaagt, ook niet voor de kleinste gemeenten. Daarop is één uitzondering: intergemeentelijke samenwerking voor lokale belastinginning verlaagt wél de uitgaven gerelateerd aan de uitvoering van die inning. Dat is dan weer niet het geval bij afvalinzameling of sociale dienstverlening.

    Samenwerking bij lokale belastinginning kan resulteren in vergaande specialisatie van het personeel en het uitvoeringsproces. Automatisering van veel taken reduceert het aantal benodigde werknemers. Dit effect wordt sterker wanneer ook met waterschappenWaterschap Waterschappen vormen een aparte overheidslaag en zijn verantwoordelijk voor het watersysteem, de waterzuivering en in enkele gevallen voor het onderhoud van wegen. wordt samengewerkt want dan kunnen veel taken die voorheen dubbel werden uitgevoerd worden geïntegreerd.

    Efficiencywinst door samenwerking bij sociale dienstverlening is moeilijker te bereiken. Dienstverlening kan wel professioneler worden door betere naleving van de wetgeving, maar het blijkt zeer moeilijk om het proces van mensen te leren kennen en hen te helpen veel verder op te schalen of te vervangen met automatisering. Pogingen om dit wel te bereiken resulteren juist in veel administratieve last voor het personeel omdat de noodzaak voor vergaande documentatie toeneemt. Politieke instabiliteit veroorzaakt door decentralisaties en andere verregaande wijzigingen maken het alleen maar moeilijker om een goed functionerende organisatie neer te zetten.

    Lees het proefschrift hier.
    23 mei 2023

  • Geen totaalbeeld kosten grondwaterbeheer 13-04-2023

    Door klimaatverandering stijgt het gebruik van grondwater. Dit leidt tot een lagere grondwaterstand en droogte. Er zijn verschillende overheden betrokken bij het grondwaterbeheer. Drinkwaterbedrijven zijn belangrijke onttrekkers. COELO heeft onderzocht wat de kosten van het grondwaterbeheer zijn. Hieruit blijkt dat er geen totaalbeeld kan worden gegeven van deze kosten.

    Het onderzoeksrapport vindt u hier.
    13 april 2023

  • Uitkeringen aan gemeenten vaker incidenteel en laat aangekondigd 12-04-2023

    Gemeenten besteden stelselmatig meer dan ze begroten. In de coronajaren 2020 en 2021 kan dit deels worden verklaard door extra taken. Maar ook in de periode 2017-2019 ging het jaarlijks om 7 of 8 miljard euro meer, op een gerealiseerd lastentotaal van 64 tot 67 miljard euro. Ook het financiële resultaat valt stelselmatig positiever uit dan begroot. Gemeenten begroten in de periode 2017-2021 elk jaar gezamenlijk een tekort van meer dan een miljard euro, maar het resultaat valt aanzienlijk gunstiger uit. In 2021 bedroeg deze meevaller zelfs 3 miljard euro. Dit roept een beeld op van gemeenten die geld over hebben. Maar dat is voorbarig. Dat schrijft COELO-directeur Maarten Allers in een essay voor de Dag van de financiële verhoudingen 2023.

    Een belangrijke oorzaak is dat rijksuitkeringen aan gemeenten, een belangrijke inkomstenbron, steeds meer op incidentele basis worden verstrekt. Dat maakt besteding lastig, want gemeenten zijn verplicht hun structurele lasten te dekken met structurele baten, niet met incidentele baten. En lasten zijn in principe allemaal structureel, tenzij het tegendeel bewezen wordt.

    Daarnaast wordt een groot deel van deze rijksmiddelen pas aangekondigd nadat de gemeentelijke begrotingen al zijn opgesteld. Dan hebben gemeenten deze middelen dus niet in hun begroting meegenomen. Worden zij wel uitgegeven, dan liggen de lasten hoger begroot. Worden zij niet uitgegeven, dan valt het resultaat hoger uit dan begroot.

    Zowel het aandeel incidenteel als het aandeel laat bekend lijkt de afgelopen jaren te zijn toegenomen. Voor decentralisatieDecentralisatie Het overdragen van taken aan decentrale overheden (provincies, gemeenten of waterschappen).-uitkeringen is dit in de figuur te zien. Het aandeel incidenteel daalt in de figuur na 2021, maar dat wordt gecompenseerd door een toename bij specifieke uitkeringen. Wegens gebrek aan betrouwbare gegevens kon een dergelijke figuur voor specifieke uitkeringen niet worden gemaakt.

    Figuur. Aandeel van begroot bedrag aan decentralisatie-uitkeringen aan gemeenten dat incidenteel is, of niet is opgenomen in de rijksbegroting van het desbetreffende jaar (en dus laat bekend)

    De begroting is een belangrijk instrument om beleidskeuzes vast te leggen. Om als effectief sturingsinstrument te dienen moeten de in de begroting opgenomen bedragen wel voldoende voorspellende waarde hebben voor wat er in een jaar feitelijk wordt ontvangen en besteed. Dat is nu onvoldoende. Het meer voorspelbaar en meer structureel maken van rijksuitkeringen aan gemeenten (en provincies) kan dit bevorderen. Het Rijk werkt momenteel aan een nieuw bekostigingssysteem dat vanaf 2026 moet gaan werken. Wellicht kan dit daarin worden meegenomen.

    U kunt het essay hier downloaden.
    12 april 2023

  • Atlas van de lokale lasten 2023 30-03-2023

    In 2023 betalen toeristen gemiddeld maar liefst 11,7 procent meer aan toeristenbelastingToeristenbelasting Belasting op het verblijf binnen een gemeente door niet-inwoners. Niet iedere gemeente heft toeristenbelasting. Het betreft vaak een vast bedrag per overnachting. dan in 2022. Net als vorig jaar heft 89 procent van de gemeenten een toeristenbelasting. De hondenbelastingHondenbelasting Belasting op het bezit van een of meer honden. Niet iedere gemeente heft hondenbelasting. Het tarief kan voor elke hond gelijk zijn, maar vaak loopt het tarief op met het aantal honden. Veel gemeenten kennen een apart tarief voor kennels. daalt juist, met bijna 15 procent. Maar liefst 17 procent van de gemeenten die in 2022 nog hondenbelasting kenden schaft deze belastingBelasting Een verplichte betaling aan een overheid waar geen directe (individuele) tegenprestatie tegenover staat. nu af.

    De Atlas laat ook zien hoeveel huishoudens betalen aan gemeente, provincie en waterschapWaterschap Waterschappen vormen een aparte overheidslaag en zijn verantwoordelijk voor het watersysteem, de waterzuivering en in enkele gevallen voor het onderhoud van wegen.. Een huishouden met een eigen woning betaalt dit jaar gemiddeld 1.562 euro, 5,4 procent (80 euro) meer dan vorig jaar. Hiervan gaat 944 euro naar de gemeente, 193 euro naar de provincie en 424 euro naar het waterschap. De lasten variëren van 1.203 euro in Tilburg tot 2.567 euro in Bloemendaal.

    De Atlas laat de ontwikkeling zien van gemeentelijke, provinciale en waterschapsbelastingen en is geheel interactief online in te zien. Op de website staat ook een de Lokale lasten calculator waarmee iedereen heel eenvoudig de lasten in een bepaalde gemeente kan laten uitrekenen en vergelijken met die in een andere gemeente. Een pdf van de atlas vindt u hier. Het persbericht kunt u hier zien.

    Voor vragen kunt u contact opnemen met Corine Hoeben, 050-3633766 of mailen naar coelo@rug.nl
    30 maart 2023

  • Ontwikkeling provinciale belasting in de bestuursperiode 2019-2023 03-03-2023

    Op 15 maart 2023 zijn er verkiezingen voor nieuwe besturen van de provincies en waterschappenWaterschap Waterschappen vormen een aparte overheidslaag en zijn verantwoordelijk voor het watersysteem, de waterzuivering en in enkele gevallen voor het onderhoud van wegen.. De belangrijkste provinciale belastingen zijn de opcentenOpcenten De opcenten op de motorrijtuigenbelasting is de enige provinciale belasting van betekenis. De belasting bedraagt een percentage van de (landelijke) motorrijtuigenbelasting. op de motorrijtuigenbelasting. COELO onderzocht de ontwikkeling van de tarieven en opbrengst in de afgelopen bestuursperiode.

    De opbrengst blijkt harder te stijgen dan het tarief. Dat komt doordat de grondslag, bijvoorbeeld het gewicht van voertuigen, stijgt. U vindt het rapport hier.
    3 maart 2023

  • Ontwikkeling waterschapsheffingen in de bestuursperiode 2019-2023 02-03-2023

    Op 15 maart 2023 zijn er verkiezingen voor nieuwe besturen van de waterschappenWaterschap Waterschappen vormen een aparte overheidslaag en zijn verantwoordelijk voor het watersysteem, de waterzuivering en in enkele gevallen voor het onderhoud van wegen. en provincies. COELO heeft onderzocht in welke hoe sterk de belangrijkste waterschapsheffingen in de afgelopen bestuursperiode zijn gestegen of gedaald.

    Uit het rapport blijkt onder meer dat huishoudens in een huurhuis ieder gemiddeld 3,9 procent meer zijn gaan betalen en huishoudens in een koophuis 4,5 procent per jaar meer. Het volledige rapport vindt u hier.
    2 maart 2023

  • Stijging woonlasten grote gemeenten voor woningeigenaren 6,0 procent, voor huurders 3,2 procent 17-01-2023

    De gemeentelijke woonlastenGemeentelijke woonlasten De ozb, afvalstoffenheffing en rioolheffing vormen samen, na aftrek van een eventuele heffingskorting, de gemeentelijke woonlasten. voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning (ozbozb De ozb staat voor onroerendezaakbelastingen. Er zijn drie tarieven: één op het bezit van een woning, één op het bezit van een ander soort pand (niet-woningen) en één op het gebruik van een niet-woning. De belasting bedraagt een percentage van de waarde van de woning of niet-woning (de woz-waarde)., rioolheffingRioolheffing De rioolheffing is een gemeentelijke bestemmingsheffing waarvan de opbrengst wordt gebruikt om werkzaamheden in het gemeentelijke waterbeheer te bekostigen. De grootste watertaak voor gemeenten is het rioolbeheer. De rioolheffing kan van de eigenaar en/of van de gebruiker van een pand worden geheven. In de meeste gevallen is de rioolheffing een vast bedrag. In sommige gevallen is de rioolheffing afhankelijk van de waarde van de woning of van het waterverbruik. en afvalstoffenheffingAfvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing (of reinigingsheffing) is een gemeentelijke bestemmingsheffing waarvan de opbrengst wordt gebruikt om de vuilnisinzameling en -verwerking te bekostigen. Huishoudens betalen in veel gevallen een vast bedrag per jaar. In steeds meer gemeenten betalen huishoudens echter een hoger bedrag naarmate ze meer afval produceren. min een eventuele korting op de totale aanslag) stijgen gemiddeld met 52 euro (6,0 procent) tot 925 euro per jaar. Vooral de onroerendezaakbelastingozb De ozb staat voor onroerendezaakbelastingen. Er zijn drie tarieven: één op het bezit van een woning, één op het bezit van een ander soort pand (niet-woningen) en één op het gebruik van een niet-woning. De belasting bedraagt een percentage van de waarde van de woning of niet-woning (de woz-waarde). (ozb) stijgt sterk. De rioolheffing en de afvalstoffenheffing stijgen minder sterk. De sterke stijging komt vooral doordat Amsterdam, ’s-Gravenhage en Utrecht de ozb met meer dan 20 procent verhogen. Dit blijkt uit het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten 2023 van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningendat vandaag verschijnt. COELO onderzocht de tarieven van 39 grote gemeenten, waar 41 procent van de Nederlandse bevolking woont.

    Het volledige rapport, met cijfers over alle afzonderlijke grote gemeenten, vindt u hier. Het persbericht vindt u hier.

    Voor vragen kunt u bellen met Corine Hoeben 050-3633766
    17 januari 2023

2022

  • Gemeentelijke samenwerking groeit niet meer 11-11-2022

    Het aandeel van de gemeentelijke uitgaven dat via samenwerking verloopt is voor de gemiddelde gemeente in de afgelopen 15 jaar bijna verdrievoudigd van 8 naar 22 procent. Deze groei is geconcentreerd in de periode voor 2015 en komt vooral door decentralisaties in het sociale domein. In 2020 is het sociale domein goed voor 56 procent van alle uitgaven via gemeentelijke samenwerking. In 2005 was dat nog 35 procent.

    Sinds 2015 is de groei eruit, maar nieuwe decentralisaties kunnen de samenwerking op andere terreinen de komende jaren weer versterken. Van gemeenten wordt verwacht dat zij gaan bijdragen aan het bereiken van landelijke overheidsdoelen op terreinen als klimaatadaptatie, energietransitie, digitale transformatie, woningbouw enzovoort. Het valt te verwachten dat gemeenten ook hierbij de samenwerking zullen zoeken.

    Lees het artikel in ESB.
    11 november 2022

  • Gemeenten ontvangen 47 miljard euro via 175 verschillende rijksuitkeringen 09-11-2022

    Gemeenten ontvangen van het rijk 47 miljard euro via 175 verschillende uitkeringen. Bijna 13 miljard euro komt binnen via specifieke uitkeringen (geoormerkt voor bepaalde uitgaven) en 37 miljard euro via het gemeentefondsGemeentefonds Set van rijksuitkeringen aan gemeenten. Gemeenten bepalen zelf waarvoor zij het geld gebruiken. (vrij besteedbaar). De algemene uitkeringAlgemene uitkering De belangrijkste uitkering uit het gemeentefonds of het provinciefonds. Het geld is vrij besteedbaar. De verdeling houdt rekening met kostenverschillen en verschillen in inkomsten bij gemeenten of provincies. is met 29 miljard euro de grootste gemeentefondsuitkering. Het totaalbedrag aan uitkeringen is het hoogst voor Rotterdam (7.778 euro per inwoner) en het laagst voor Bloemendaal (1.179 euro per inwoner).

    Naast de algemene uitkering worden via het gemeentefonds nog 55 kleinere uitkeringen verstrekt, soms maar aan één enkele gemeente. Het aantal specifieke uitkeringen is in twee jaar tijd sterk gestegen, van 29 in 2019 naar 119 in 2021. Dit valt deels te verklaren door een verschuiving van decentralisatieDecentralisatie Het overdragen van taken aan decentrale overheden (provincies, gemeenten of waterschappen).-uitkeringen, die onder het gemeentefonds vallen, naar specifieke uitkeringen. Het aantal decentralisatie-uitkeringen is in dezelfde periode gedaald van 93 (2019) naar 46 (2021).

    Dat blijkt uit de Atlas Rijksuitkeringen aan gemeenten 2021 die vandaag verschenen is.

    Bekijk hier de kaarten met de hoogte van de uitkeringen per gemeente.
    9 november 2022

  • Verschil kosten bouwvergunning beperkt 30-08-2022

    Wie wil bouwen of verbouwen heeft vaak een vergunning nodig van de gemeente. Hiervoor betaalt de aanvrager leges. De tarieven verschillen per gemeente. In de ene gemeente betaal je daardoor voor hetzelfde project een hoger bedrag dan in de andere gemeente. In de media worden vaak de goedkoopste en duurste gemeenten vergeleken. Dat geeft een vertekend beeld. In dit artikel dat recent verscheen bij ESB blijkt dat de tarieven in de meeste gemeenten veel dichter bij elkaar liggen dan vaak wordt gedacht. In de Atlas van de lokale lasten die ieder jaar in het voorjaar verschijnt geven wij weer hoe hoog de kosten zijn van verschillende voorbeeld projecten.

    U vindt de betreffende informatie hier.
    30 augustus 2022

  • Symposium over gemeentelijke schaal 29-08-2022

    Op 29 september 2022 is COELO-directeur Maarten Allers een van de sprekers op een symposium over schaalvergroting bij gemeenten, en in het bijzonder over de wenselijkheid en de gevolgen daarvan. Wat is beter: herindeling of samenwerking? Neemt gemeentelijke samenwerking nog steeds toe, en zo ja, waar zit de groei? Waarom daalt de verkiezingsopkomst na herindeling en wat is daar aan te doen? Dit zijn maar enkele vragen die hier aan de orde kunnen komen.

    Den Haag, 29 september 2022, 16:00-18:00 uur. Deelname is gratis, aanmelden kan hier.
    29 augustus 2022

  • Sombere prognoses gemeentefinanciën 01-07-2022

    In het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV uit december 2021 zijn politieke keuzes gemaakt die de bestedingsruimte van gemeenten inperken. Opvallend is vooral dat de zogeheten opschalingskorting vanaf 2026 weer zal oplopen en dat de sinds 1994 bestaande praktijk om de groei van het gemeentefondsGemeentefonds Set van rijksuitkeringen aan gemeenten. Gemeenten bepalen zelf waarvoor zij het geld gebruiken. (“accres”) te koppelen aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven slechts wordt voortgezet tot en met 2025. Voor latere jaren wordt het accres bevroren.

    Wat dit voor gemeenten precies gaat betekenen is onduidelijk. In opdracht van de VNG heeft COELO prognoses gemaakt voor de bestedingsruimte van gemeenten voor de jaren 2022-2028. Hiervoor worden de verwachte inkomsten vergeleken met de verwachte uitgaven bij ongewijzigd gemeentelijk beleid. De prognoses zijn gemaakt voor twee scenario’s: met vastgezet accres na 2025 (coalitieakkoord) en met een groeiend accres (bestaande systematiek). Het saldo van netto uitgaven en algemene middelen geeft aan in hoeverre gemeenten bij ongewijzigd beleid kunnen rondkomen.

    In het scenario met vastgezet accres is het saldo van netto uitgaven en algemene middelen vanaf 2026 negatief, oplopend tot -6,2 miljard in 2028 (zie figuur). In het scenario waarin de bestaande accressystematiek ook na 2025 wordt voortgezet (en waarin de rijksuitgaven lineair doorgroeien) blijft dit saldo positief (1 miljard in 2028). Verschillende factoren en ontwikkelingen die relevant zijn voor de financiële ruimte van gemeenten konden in dit onderzoek niet worden meegenomen. Gegeven die beperkingen zou het saldo van algemene middelen en netto uitgaven bij bestaand gemeentelijk beleid structureel een aanzienlijk overschot moeten kennen om gemeenten in staat te stellen te doen wat er van ze wordt verwacht. Daarvan is geen
    sprake.

    Download hier het rapport Financiële ruimte gemeenten 2022-2028.
    1 juli 2022

  • Atlas van de lokale lasten 2022 05-04-2022

    In 2022 betalen huishoudens meer aan gemeente, provincie en waterschapWaterschap Waterschappen vormen een aparte overheidslaag en zijn verantwoordelijk voor het watersysteem, de waterzuivering en in enkele gevallen voor het onderhoud van wegen. dan in 2021. Een huishouden met een eigen woning betaalt dit jaar gemiddeld 1.486 euro, 2,9 procent meer dan vorig jaar. Huurders zijn in 2022 gemiddeld 893 euro kwijt aan lokale lasten, 1,9 procent meer dan vorig jaar. Dit blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten die het Centrum voor Onderzoek van de Lagere Overheden (COELO) vandaag presenteert.

    De Atlas laat de ontwikkeling zien van gemeentelijke, provinciale en waterschapsbelastingen en is dit jaar voor het eerst geheel interactief online in te zien. Op de website staat ook een de Lokale lasten calculator waarmee iedereen heel eenvoudig de lasten in een bepaalde gemeente kan laten uitrekenen en vergelijken met die in een andere gemeente. Een pdf van het hele boek vindt u hier. Het persbericht kunt u hier zien.

    Voor vragen kunt u contact opnemen met Corine Hoeben, 050-3633766 of mailen naar coelo@rug.nl .
    5 april 2022

  • Advies uitkeringsstelsel naar Kamer 30-03-2022

    Een belangrijk onderdeel van de financiële verhoudingen wordt gevormd door de uitkeringen waarmee decentrale overhedenDecentrale overheden Decentrale overheden vormen de overheidslagen naast de centrale overheid. In Nederland kennen we naast de rijksoverheid gemeenten, provincies en waterschappen. vanuit het Rijk worden bekostigd. Al langer leeft de behoefte om dit uitkeringsstelsel beter aan te laten sluiten bij de gewijzigde bestuurlijke verhoudingen.

    In 2018 meldde de minister van BZK aan de Tweede Kamer dat er problemen waren met de decentralisatie-uitkeringDecentralisatie-uitkering Uitkering uit het gemeentefonds of het provinciefonds. Verdeling kan (nog) niet via een algemene uitkering. Het geld is vrij besteedbaar. die zou werken als een semi-specifieke uitkeringSpecifieke uitkering Uitkering van de rijksoverheid aan gemeenten of provincies. Het geld is voor een specifiek doel bestemd., met de druk die sommige convenanten zetten op de beleidsvrijheid van medeoverheden en met de verrommeling van het stelsel door de veelheid aan (weinig onderscheidende) uitkeringstypen. Daarbij kwam dat de Algemene Rekenkamer in 2019 en 2020 decentralisatieDecentralisatie Het overdragen van taken aan decentrale overheden (provincies, gemeenten of waterschappen).-uitkeringen uit het gemeentefondsGemeentefonds Set van rijksuitkeringen aan gemeenten. Gemeenten bepalen zelf waarvoor zij het geld gebruiken. en het provinciefondsProvinciefonds Set van rijksuitkeringen aan provincies. Provincies bepalen zelf waarvoor zij het geld gebruiken. als onrechtmatig bestempelde omdat er bestuurlijke afspraken aan waren verbonden, iets dat wettelijk niet mag.

    Ook leek er behoefte te bestaan aan een nieuw te ontwikkelen uitkeringsvorm waarbij geen sprake is van verticale financiële verantwoording en waarbij meer beleidsvrijheid wordt gelaten aan decentrale overheden, bedoeld voor situaties waarin Rijk en decentrale overheden afspraken willen maken over het realiseren van een gezamenlijke opgave.

    In opdracht van het ministerie van BZK en dat van Financiën heeft COELO, samen met onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen, de Vrije Universiteit en de Universiteit Maastricht, een adviesrapport geschreven over het uitkeringsstelsel.

    De centrale vraag luidt:

    Hoe moet de instrumentenkoffer (‘financiële instrumenten’) om middelen over te dragen aan decentrale overheden (naast de algemene uitkeringAlgemene uitkering De belangrijkste uitkering uit het gemeentefonds of het provinciefonds. Het geld is vrij besteedbaar. De verdeling houdt rekening met kostenverschillen en verschillen in inkomsten bij gemeenten of provincies.) eruitzien?

    Daarbij gaat het vooral om de volgende aspecten:

    • De mate waarin bestaande instrumenten (beter) gebruikt zouden kunnen worden;
    • De mate waarin aanvullende instrumenten nodig zijn;
    • Indien aanvullende instrumenten nodig zijn, hoe die vormgegeven zouden moeten worden.

    Dit advies is nu aangeboden aan de Tweede Kamer. De onderzoekers komen met 12 concrete aanbevelingen. In de begeleidende brief schrijft de minister: “Het rapport is richtinggevend voor de verdere uitwerking van de gewenste en benodigde aanpassingen in het uitkeringsstelsel.”

    Het volledige rapport vindt u hier en op de website van de Tweede Kamer.
    30 maart 2022

  • Rechts stemmen of juist links: lokale lasten veranderen niet 10-03-2022

    Half maart mogen we weer naar de stembus. Maar heeft onze lokale stem ook invloed op het gemeentelijke belastingbeleid? Politieke verschuivingen bij gemeenteraadsverkiezingen blijken geen enkele invloed te hebben op de hoogte of de verdeling van de lokale lasten, blijkt uit onderzoek van Maarten Allers en Harm Rienks.

    Vaak wordt gedacht dat linkse partijen kiezen voor hogere belastingen en uitgebreidere voorzieningen voor inwoners. Rechtse partijen zouden daarentegen juist kiezen voor lagere belastingen en een kleine overheid. Allers en Rienks zetten vraagtekens bij deze aannames. Ze bestudeerden de periode 1998 – 2021, waarin 6 keer gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden. In die periode zijn de samenstellingen van de raad en het college regelmatig veranderd. Deze samenstellingsveranderingen zou je – op basis van de aannames over de voorkeuren van linkse en rechtse partijen – terug moeten zien in de lokale lasten.

    De politieke samenstelling van gemeenteraden of colleges bleek echter geen enkel effect te hebben op de hoogte van de gemeentelijke belastingen. Ook de manier waarop de lasten worden verdeeld tussen bijvoorbeeld huurders en eigenwoningbezitters wordt er niet door beïnvloed. Welke samenstellingsveranderingen er ook plaatsvinden – groei voor de VVD, groei voor de SP, groei voor de rechtse partijen als geheel of groei voor de linkse partijen als geheel – het belastingbeleid wordt niet bijgestuurd.

    Dit roept vragen op over de lokale democratie. Een van de fundamentele politieke keuzes waarover burgers zich tijdens gemeenteraadsverkiezingen kunnen uitspreken is de hoogte van de overheidsuitgaven en de bijbehorende lasten voor de burger. Als onze stem daar geen invloed op heeft, hebben kiezers op andere terreinen dan wél invloed? Gemeenten zijn medeverantwoordelijk voor essentiële beleidsopgaven, zoals de energietransitie en de woningbouw. Die opgaven stellen hoge eisen aan de lokale democratie.

    Het volledige onderzoeksrapport is hier te vinden. Een samenvatting is verschenen in ESB.
    10 maart 2022

  • Gemeentelijke woonlasten deze raadsperiode jaarlijks meer dan 4 procent gestegen 09-03-2022

    De gemeentelijke woonlastenGemeentelijke woonlasten De ozb, afvalstoffenheffing en rioolheffing vormen samen, na aftrek van een eventuele heffingskorting, de gemeentelijke woonlasten. zijn sinds de laatste gemeenteraadsverkiezingen meer dan 4 procent per jaar gestegen. De ozbozb De ozb staat voor onroerendezaakbelastingen. Er zijn drie tarieven: één op het bezit van een woning, één op het bezit van een ander soort pand (niet-woningen) en één op het gebruik van een niet-woning. De belasting bedraagt een percentage van de waarde van de woning of niet-woning (de woz-waarde). steeg gemiddeld 3,7 procent per jaar, de afvalstoffenheffingAfvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing (of reinigingsheffing) is een gemeentelijke bestemmingsheffing waarvan de opbrengst wordt gebruikt om de vuilnisinzameling en -verwerking te bekostigen. Huishoudens betalen in veel gevallen een vast bedrag per jaar. In steeds meer gemeenten betalen huishoudens echter een hoger bedrag naarmate ze meer afval produceren. 6,2 procent en de rioolheffingRioolheffing De rioolheffing is een gemeentelijke bestemmingsheffing waarvan de opbrengst wordt gebruikt om werkzaamheden in het gemeentelijke waterbeheer te bekostigen. De grootste watertaak voor gemeenten is het rioolbeheer. De rioolheffing kan van de eigenaar en/of van de gebruiker van een pand worden geheven. In de meeste gevallen is de rioolheffing een vast bedrag. In sommige gevallen is de rioolheffing afhankelijk van de waarde van de woning of van het waterverbruik. 1,8 procent. Dit blijkt uit het rapport Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten 2018-2022 dat vandaag verschijnt. Het rapport laat zien hoe de gemeentelijke woonlasten in de afgelopen raadsperiode en in het afgelopen jaar zijn veranderd. U vindt het persbericht hier. Het rapport vindt u hier.

    Voor vragen kunt u contact opnemen met Corine Hoeben 050-3633766
    9 maart 2022

  • Minicollege Lokaal bestuur in perspectief 08-03-2022

    Straffen kiezers partijen af als hun politici betrokken zijn bij wangedrag? Of bestaat er niet zoiets als slechte publiciteit? Dit minicollege in de reeks Lokaal bestuur in perspectief geeft de antwoorden.
    8 maart 2022

  • Woonlasten stijgen 2,9 procent voor huishouden in koopwoning, 1,5 procent voor huurders 14-01-2022

    De gemeentelijke woonlastenGemeentelijke woonlasten De ozb, afvalstoffenheffing en rioolheffing vormen samen, na aftrek van een eventuele heffingskorting, de gemeentelijke woonlasten. in de grootste gemeenten stijgen dit jaar 2,9 procent voor huishoudens in een koopwoning. De ozbozb De ozb staat voor onroerendezaakbelastingen. Er zijn drie tarieven: één op het bezit van een woning, één op het bezit van een ander soort pand (niet-woningen) en één op het gebruik van een niet-woning. De belasting bedraagt een percentage van de waarde van de woning of niet-woning (de woz-waarde). stijgt met 3,5 procent het sterkst, gevolgd door de rioolheffingRioolheffing De rioolheffing is een gemeentelijke bestemmingsheffing waarvan de opbrengst wordt gebruikt om werkzaamheden in het gemeentelijke waterbeheer te bekostigen. De grootste watertaak voor gemeenten is het rioolbeheer. De rioolheffing kan van de eigenaar en/of van de gebruiker van een pand worden geheven. In de meeste gevallen is de rioolheffing een vast bedrag. In sommige gevallen is de rioolheffing afhankelijk van de waarde van de woning of van het waterverbruik. (3,2 procent). Voor huurders stijgen de gemeentelijke woonlasten 1,5 procent. Dit blijkt uit het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten 2022 van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen.
    COELO onderzocht voor dit onderzoek de tarieven van 40 grote gemeenten, waar 42 procent van de Nederlandse bevolking woont.

    Het volledige rapport, met cijfers over alle afzonderlijke grote gemeenten, vindt u hier en het persbericht vindt u hier.

    Voor vragen kunt u bellen met Corine Hoeben 050-3633766
    14 januari 2022

Scroll naar boven